Image Alt

Katten Blog

 / Sociaal leven kat  / Kat alleen of samen?

Kat alleen of samen?

Kat alleen of samen? Dit is een hele belangrijke vraag wanneer je al een kat hebt en twijfelt of je er een kat bij wil. In tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt, is de kat helemaal niet zo’n eenling. De kat is wel een solitaire jager, dat wil zeggen dat hij in zijn eentje jaagt. Echter doet hij dit niet omdat hij liever alleen is, maar omdat de kattenprooi gewoonweg te klein is om met anderen te delen.

Er is uitgebreid onderzocht of katten solitaire of juist sociale dieren zijn. Al heel wat jaren is bekend dat de kat een sociaal levend dier is. Toegegeven, de kat is heel goed in staat om in zijn eentje te overleven als dat nodig is, maar dit heeft dus niet zijn voorkeur. Toch is het niet altijd het beste idee om er een kat bij te nemen. Sommige katten blijven liever alleen. Wat nu precies het beste is voor jouw (katten) gezin weet je na het lezen van deze blog. In deze blog ligt de nadruk op twee onderwerpen:

  1. Waarom een kat eigenlijk niet zonder soortgenoot kan leven
  2. Welke gebruiken er toch voor zorgen dat veel huiskatten minder goed of helemaal niet meer met een andere kat kunnen samenleven

Waarom katten uberhaupt een maatje nodig hebben

Lekker in je Vacht gunt elke kat een maatje, want dit verhoogt het welzijn. Zoals je hebt gemerkt, wel met de kanttekening dat je kat daarvoor de juiste sociale basis heeft. Katten die deze basis missen, kunnen beter alleen blijven. Wat we hiermee bedoelen, daar komen we later nog op terug. Eerst bespreken we waarom katten in principe zouden moeten opgroeien met een maatje.

Ik ben veel thuis, dus is een tweede kat niet nodig?

Een veelgehoord argument om een kat alleen te houden, is dat het baasje veel thuis is en de kat daarom veel aandacht krijgt. Om deze reden zou een tweede kat niet per se nodig zijn. Natuurlijk is het gegeven dat er voldoende aandacht voor de kat is, heel fijn. Maar een mens kan het gezelschap van een soortgenoot (andere kat) nooit vervangen. De reden hiervoor is heel simpel: mensen zijn geen katten. Dit klinkt misschien (iets te) voor de hand liggend. Maar waarom dit nu precies zo is – of meer specifieker – wat de kat precies tekort komt zonder andere kat – is wellicht minder bekend. Dit heeft alles te maken met het sociale karakter van de kat.

Kat heeft behoefte aan sociaal contact

Mensen hebben sociale contacten nodig om zichzelf te kunnen ontwikkelen. Correcties maar ook bevestigingen door vrienden dragen bij aan deze ontwikkeling. Dit geldt voor alle sociale dieren, dus ook voor de kat.

De band tussen een kattenbaasje en zijn kat kan enorm groot zijn. Desondanks, heb je voor sommige activiteiten toch echt een ander mens nodig. Denk hierbij aan het bespreken van ernstige problemen, knuffelen, mensen kijken op een terrasje of een bordspelletje spelen.

Dit geldt voor katten op hun eigen manier ookKatten communiceren onderling anders dan met mensen, ze kijken graag naar andere katten, en ze knuffelen op een katse manier. Daarnaast spelen ze onderling anders dan met een mensKatten die regelmatig contact hebben met een bevriende kat, zullen dan ook gelukkiger zijn dan katten die deze mogelijkheid niet hebben. Maar, dit is wel op voorwaarde dat de juiste sociale basis aanwezig is. Een kat die altijd alleen is geweest, mist de basis om goed om te gaan met andere katten.

Vriendschap tussen katten verhoogt het welzijn

Daarbij zijn niet alle sociale contacten even waardevol voor het welzijn, maar is vooral de diepgang van de relatie van belang. Het is intuïtief wel aan te voelen dat een kat zich fijner zal voelen in de aanwezigheid van een bevriende kat, dan wanneer hij samenleeft met een kat waarvan hij de aanwezigheid slechts tolereert. Van de laatst genoemde zal de kat vooral stress ervaren. Twee bevriende katten zullen elkaars welzijn verhogen, maar katten die elkaar niet mogen zullen elkaars welzijn juist verlagen. Ook katten die elkaars gezelschap enkel tolereren, zullen altijd wat stress van elkaar ervaren waardoor dit ook geen ideale situatie is.

Het is dus niet alleen van belang dat de kat gezelschap heeft, maar ook dat dit gezelschap op prijs wordt gesteld door je kat, oftewel dat de kat iets heeft aan het gezelschap. Vooral de sociale basis heeft hier invloed op. Het is dus belangrijk dat je kat lang genoeg is opgroeid met andere kittens (minimaal 12 weken) zodat hij de juiste sociale basis heeft. Zonder deze basis is je kat niet goed in staat om echte vriendschap te sluiten met een andere kat en kan hij beter alleen blijven.

Spelen met een andere kat of met kattenspeeltjes 

Katten van alle leeftijden spelen, van jong tot oud en voor alle katten is spel onmisbaar. Spelen voorkomt verveling, vermindert stress, voorziet de kat van lichaamsbeweging en leert hem op jonge leeftijd sociale vaardigheden. Er is nog een reden waarom katten moéten spelen: het maakt ze gelukkig. De kat maakt tijdens het spelen geluksstofjes aan in zijn hersenen en die zorgen voor een gelukzalig gevoel. De volwassen kat doet aan twee soorten van spel, die ieder een eigen functie heeft:

  1. Object spel – spel gericht op een of meerdere voorwerp(en)
  2. Sociaal spel – al het spel dat katten onderling spelen
Object spel – spelen met kattenspeeltjes

Object spel is altijd gericht op één of meerdere object(en) of voorwerpen. Dat kan in de winkel gekocht kattenspeelgoed zijn, maar ook alledaagse voorwerpen zoals een wattenstaafje, een tampon, een fidget spinner of zelfs een toiletrol. Zodra iets beweegt, ruikt, voelt of proeft als een prooi, zal het de interesse van de kat wekken. Zo’n voorwerp zal de kat dan willen besluipen en vangen. Deze vorm van spel bootst jagen na. Dit is tevens het type spel waar wij kattenbaasjes mee bezig zijn wanneer we middels kattenspeelgoed met de kat spelen.

Er is echter nóg een vorm van spel die katten alleen onderling spelen en waar wij baasjes niet toe in staat zijn: ‘sociaal spel’. We proberen deze vorm van spelen wel na te bootsen, bijvoorbeeld door met onze handen te spelen. Dit kan je het gevoel geven dat je een echte één-op-één interactie hebt met je kat. Maar de kat ziet dit toch anders. De kat ziet handen als objecten die snel en onvoorspelbaar bewegen. Met andere woorden, hij ziet je handen als een prooi wanneer je op die manier met hem speelt. Sociaal spel is echt alleen weggelegd voor katten onderling.

Spelen met andere katten

Sociaal spel is al het spel dat katten onderling spelen. Deze vorm van spel voorziet de kat van lichamelijke beweging maar heeft nog een andere functie. Het leert kittens vele nuttige sociale vaardigheden die zij niet op een andere manier kunnen opdoen. Sociaal spel onderhoudt en versterkt ook de sociale band tussen samenlevende volwassen katten. Sociaal spel gaat gepaard met heel specifieke communicatie tussen katten onderling.

Katten verstoppen zich bijvoorbeeld, om na een tijdje weer tevoorschijn te komen en richting de ander te springen. Katten kunnen achter elkaar aanrennen, zonder elkaar in een hoek te drijven. Ze kunnen samen rollebollen zonder dat ze de ander vastgrijpen. Dit alles zonder de ander ergens toe te dwingen of anderzins ongemak toe te brengen. Het is immers bedoelt om de band te versterken, niet te verzwakken. Aangezien sociaal spel een zeer specifieke interactie en communicatie vereist van beide katten, is het onmogelijk om dit na te bootsen als mens. Wanneer een kat alleen woont, mist hij daarom deze vorm van spel.

Kitten alleen heeft grote kans op socialisatie deficiëntie

Kittens laat je altijd liever niet alleen maar samen opgroeien

Zonder soortgenoot om mee te spelen of ervaringen te delen, missen ook de mogelijkheid om van elkaar te leren. Eerder werd al kort aangestipt dat kittens sociale vaardigheden opdoen door met hun nestgenootjes te spelen. In een natuurlijke setting kunnen kittens samen spelen totdat ze volwassen zijn. Poesjes blijven namelijk hun hele leven in de kolonie wonen, katertjes verlaten de kolonie wanneer zij tussen 6 maanden en 2 jaar oud zijn.

Hoewel katten van alle leeftijden spelen, vindt er een piek voor speelgedrag plaats tussen 4-16 weken. Dit is de leeftijd waarop kittens sociale relaties met elkaar gaan opbouwen. Een kat die tijdens deze periode geen gelijkwaardige speelpartner heeft, zal onvoldoende de mogelijkheid hebben om sociale vaardigheden op te doen. Om dit te voorkomen, kun je ook beter twee kittens tegelijk adopteren. De kittens kunnen dan ook na adoptie nog belangrijke vaardigheden van elkaar leren.

Het beste adopteer je twee kittens tegelijk uit hetzelfde nest

Een kat die omvoldoende sociale vaardigheden heeft opgedaan, zal op volwassen leeftijd veel moeilijker met andere katten kunnen omgaan. We spreken dan van een socialisatie deficiëntie. Aangezien het gebruikelijk is in Nederland om kittens al een leeftijd van 5-8 weken te adopteren, zijn er nogal wat volwassen katten met een socialisatie deficiëntie.

Deze katten zou je ‘sociaal onhandig’ of – wat oneerbiediger gesteld – ‘sociaal gehandicapt’ kunnen noemen. Welke sociale vaardigheden een volwassen kat nu precies mist, hangt af van het aantal weken waarop het socialisatieproces precies is gestopt. Een kitten dat op 5-6 weken alleen is komen te leven zal een grotere socialisatie deficiëntie hebben dan een kat die op 10-11 weken alleen in huis is gekomen. Om dit te voorkomen, kan je daarom het beste twee kittens tegelijk adopteren. In de praktijk zijn katten met een socialisatie deficiëntie:

  • Minder goed in grenzen herkennen (bijten bv. sneller en harder)
  • Hebben niet geleerd om een boze, angstige, blije, speelse kat te herkennen
  • Weten niet hoe ze gepast op een boze, angstige, blije of speelse kat moeten reageren
  • Minder goed in kattentaal
  • Stressgevoeliger (zijn gevoeliger voor veranderingen)
  • Emotioneel minder stabiel

Wellicht kun je je wel voorstellen dat een kat die sociaal gezien niet zo handig is, ook lastiger zal kunnen omgaan met een andere kat, dan een kat die sociaal sterk is. Het is niet gezegd dat het samenzetten van twee slecht gesocialiseerde volwassen katten altijd fout zal gaan. Maar een socialisatie deficiëntie maakt de omgang met een andere kat in ieder geval altijd veel moeilijker. Uit de praktijk blijkt helaas wel dat de kans heel klein is dat het wel goed gaat. Omdat dit vaker fout dan goed gaat, raadt Lekker in je Vacht liever aan om geen andere kat te plaatsen bij een kat met een (grote) socialisatie deficiëntie. Een kat die van kleins af aan altijd alleen is geweest, zit meestal niet te wachten op een maatje.

Zijn huiskatten sociale dieren?

Ondanks dat de kat van nature een sociaal dier is, gaan huiskatten niet altijd even goed samen. Dit kan leiden tot verschillende gedragsproblemen zoals agressie en ruzie om eten, rustplekken en kattenbakken. De reden? Hoe wij kattenbaasjes met onze huiskatten omgaan, sluit niet altijd even goed aan op het reilen en zeilen in een natuurlijke kattenkolonie. Sommige omstandigheden waar onze huiskatten mee te maken krijgen (en hun wilde soortgenoten niet) kunnen ervoor zorgen dat zij minder goed en soms helemaal niet meer met andere katten kunnen samenleven.

Zo hebben onze huiskatten vaak een socialisatie deficiëntie, iets dat in een natuurlijke situatie nooit voorkomt. Daarnaast komt de gebruikelijke manier van katten samenzetten ook weinig overeen met hoe katten in de natuur samenleven en met vreemde katten omgaan. Ook is het belangrijk dat de kat genoeg ruimte heeft. Om vriendschap en positief sociaal gedrag tussen huiskatten te stimuleren, is het belangrijk om te begrijpen hoe het sociale leven van de kat er in de natuur uitziet en hoe zich dat vertaalt naar onze woonkamers. Hoe meer dat op elkaar aansluit, hoe kleiner de kans is dat er problemen ontstaan.

Vriendschappelijke band tussen huiskatten is fragiel

kattenkolonie is een echte ons-kent-ons aangelegenheid

In de natuur leven katten samen in een kolonie. Dit is een heel specifieke en vaste groep katten. De poezen zijn allen familie van elkaar. De in de kolonie levende katers zijn geen familie van elkaar, maar daar zijn er altijd maar een paar van aanwezig. In de meeste gevallen is het er maar één. Alleen in grote kolonie’s kunnen het meerdere katers zijn. Katten die behoren tot dezelfde kolonie hebben een hechte band en doen hun best om deze band te behouden en te versterken.

In de natuur duurt de acceptatie van een vreemde kat wel vijf weken

Een kattenkolonie is dus echt een ons-kent-ons aangelegenheid. Wanneer zich een vreemde, (onverwante) kater aandient, zal deze in het algemeen gezien worden als indringer. Een vreemde kat wordt door de kolonie gezien als bedreiging omdat deze meestal uit is op het inpikken van territorium, vrouwtjes en voedsel. Deze indringer wordt gezamenlijk verjaagd door de koloniekatten. In een enkel geval kan een vreemde kater zich aansluiten bij de kolonie. Het duurt echter enkele weken (ongeveer 5 weken) eer de kolonie de vreemdeling niet meer als bedreiging ziet en hem geaccepteerd heeft.

Dit is een zeer geleidelijk proces waarbij de vreemde kat zich dus niet direct in de kattenkolonie mag vestigen. De kater blijft op veilige afstand van de kolonie staan en laat zien dat hij geen kwaad in de zin heeft. Hierdoor kunnen de kolonie katten wennen aan de aanwezigheid van de kater en en ervaren dat de kater inderdaad geen bedreiging vormt.

Huiskatten zijn meestal onverwant en worden vaak direct samengezet

Katten die samen opgroeien, hebben in het algemeen een sterke en vriendschappelijke band. Dit geldt nog eens extra voor katten die familie van elkaar zijn (uit hetzelfde nest). Of twee onverwante volwassen katten samen vriendschap kunnen afsluiten is van meerdere factoren afhankelijk. De mate van socialisatie is het belangrijkste, alsmede de manier van introduceren (aan elkaar laten wennen).

Er zijn een aantal gebruiken die we als normaal zijn beschouwen die eigenlijk geheel ingaan tegen de ‘katten manier’. Tenzij je twee kittens uit hetzelfde nest adopeert, haal je eigenlijk altijd een onverwante vreemde kat in huis. Weet je nog, die bedreigende indringer die verjaagd moet worden? Twee onverwante katten kunnen zeer zeker vrienden worden, maar hun onderlinge band is wel fragieler dan wanneer ze familie van elkaar zouden zijn. Deze onverwante katten worden vervolgens vaak direct samengezet, terwijl het acceptatieproces in de natuur toch minimaal 5 weken duurt. Als er dan ook nog sprake is van een sociaal onhandige kat, is het niet zo gek dat dit soms problemen oplevert.

Problemen voorkomen is altijd beter dan genezen

Gelukkig zijn er genoeg voorzorgsmaatregelen die je als kattenbaasje kunt nemen om deze problemen te voorkomen. Door twee kittens uit hetzelfde nest te adopteren sla je twee vliegen in een klap. Ze zijn dan verwant aan elkaar maar hebben ook een maatje om van te leren. Door de kat in zijn eigen tempo aan een nieuwe kat te laten wennen, krijgt hij tijd om de nieuweling te accepteren in plaats van te zien als indringer. De methode die dit mogelijk maakt heet ‘de langzame introductie’. Daarnaast is het aan te raden om geen tweede kat te plaatsen bij een kat die nooit of onvoldoende lang met andere katten is opgegroeid.

Kat alleen of samen, wanneer is een tweede kat niet zo’n goed idee?

De sociale basis ontbreekt – katten die vóór 12 weken uit het nest zijn gehaald

De manier van katten aan elkaar wennen is belangrijk, maar verandert natuurlijk niets aan je katten zelf. Het verandert bijvoorbeeld niets aan het leeftijdsverschil of aan de sociale basis van je kat. Een sociale kat is overigens niet hetzelfde als een knuffelige kat, dat wordt hier niet mee bedoeld. Een sociale kat heeft als kitten voldoende tijd (minimaal 12 wk) gekregen om sociale vaardigheden van andere nestgenootjes te leren. En ze hebben ook geleerd om andere katten als soortgenoten te zien. Katten die 6 weken of langer nooit of maar weinig met andere katten in aanraking zijn geweest, hebben nooit geleerd om katten als hun eigen soortgenootjes te zien. 

Katten moeten de gevoelens en lichaamstaal van een andere katten leren herkennen

Ze leren in het nest van andere kittens bijvoorbeeld om een boze of bange kat te herkennen. Je weet waarschijnlijk zelf ook wel een aantal kenmerken op te noemen waaraan je een bange kat herkent. Een heel bange kat herken je bijvoorbeeld aan grote pupillen, platte oren, een in elkaar gedoken houding en een lage staart. Een kitten leert dat een ander kitten bang is en wat dit betekent, door dit te ervaren. Dit geldt natuurlijk niet alleen voor angst. Een kitten leert alle gemoedstoestanden te herkennen door maar lang genoeg om te gaan met andere kittens.

Katten moeten leren hoe gepast op deze gevoelens reageren

Een kitten leert met genoeg tijd dus van zijn broertjes en zusjes hoe bange, blije, speelse of boze kittens eruit zien. Vervolgens moeten kittens ook leren hoe ze hier gepast op reageren. Een kat die minimaal 12 weken in het nest is gebleven heeft als voorbeeld geleerd om een bange kat genoeg afstand te geven. Sociale katten hebben ook geleerd hoe ze een bange kat gerust kunnen stellen door middel van kattentaal. Ze hebben een heel repertoire aan gedrag om de ander te laten zien dat ze geen kwaad in de zin hebben. Zo kunnen zij zich bijvoorbeeld minder bedreigend maken door te gaan liggen of door langzaam te knipperen met de ogen. Heel kenmerkend voor vroeggescheiden katten – die dus niet geleerd hebben hoe ze gepast reageren op angst – is dat deze geen afstand bewaren en zelfs bovenop de angstige kat springen. Vervolgens loopt dit dan uit op een gevecht. Een kat die te vroeg uit het nest is gehaald heeft nooit de kans gekregen om dit te leren.

Katten moeten ook leren om de andere kat zijn grenzen te herkennen en accepteren

Ook leren kittens elkaars grenzen herkennen en hoe ze deze moeten aangeven. Door samen te spelen leren ze bijvoorbeeld hoe hard ze in het oor van hun zusje kunnen bijten voordat deze gaat piepen (=grens aangeven). Vroeggescheiden katten hebben nooit geleerd om deze grenzen goed te herkennen en weten niet hoe zij hier goed op reageren. In de praktijk zien we daarom dat deze katten harder bijten en niet stoppen wanneer de ander aangeeft dat hij iets niet wil. Dit zorgt vervolgens weer voor angst bij de kat waarvan de grenzen niet worden gerespecteerd. Je kunt je misschien wel voorstellen dat dit voor grote problemen zorgt in de interactie tussen je katten.

Katten die te vroeg (voor 12 wk) uit het nest zijn gehaald zijn alleen beter af
Omdat de sociale basis onderdeel is van de vroege ontwikkeling van je kat is deze onverandelijk. Een kattengedragstherapeut kan daarom helaas de problemen die hierdoor ontstaan niet bijsturen. Het beste kun je daarom helemaal geen andere kat plaatsen bij een vroeggescheiden kat.

Wat moet je doen als er al een (niet sociaal) kitten of kat in huis is en dit niet goed gaat?

Deze vraag wordt ons dagelijks wel gesteld en het is heel erg begrijpelijk dat je in korte tijd al gehecht bent aan de nieuwkomer. Wellicht ben je helemaal verliefd geworden op de nieuwe kat toen je ging kijken. Dat is ook de reden waarom we zoveel informatie delen op Lekker in je Vacht, juist om dit soort teleurstellingen te voorkomen. Want hoe verliefd je zelf ook bent op de nieuwkomeling, je eigen kat ervaart dit anders.

Het beste wat je voor je kat kan doen in deze situatie, is erkennen dat je kat eenmaal nooit de kans heeft gehad om te leren hoe hij met andere katten moet omgaan. En daarom de sociale basis mist die nodig is om vriendjes te worden met een andere kat. Deze katten zijn (een beetje oneerbiedig, maar simpel gezegd) sociaal gehandicapt. Wanneer je een of twee katten hebt die vroeggescheiden zijn is de kans dat zij vriendjes worden héél klein. In deze situatie is het daarom het meest zorgzaam en liefdevol voor je kat om een nieuw huisje te zoeken voor de nieuwkomeling. Het is niet zo vriendelijk richting je eigen kat om de nieuwkomer te willen houden wanneer je eigenlijk zelf ook al merkt dat dit niet goed gaat.

De ervaringen die een kitten opdoet met andere kittens, zorgen ervoor dat de hersenen op een bepaalde manier gevormd wordt. Hoe de hersenen zich als kitten ontwikkelen is meerendeels onveranderlijk. Een kattengedragstherapeut kan die sociale basis helaas ook niet veranderen.

Het enige dat je kunt doen om de situatie te verbeteren voor je kat is beide katten voldoende mogelijkheden geven om elkaar uit de weg te gaan. Dit kun je doen door de katten vrije toegang in huis te geven. En door bijvoorbeeld de leefomgeving te vergroten door ook gebruik te maken van de vertikale ruimte in huis. Dit kun je bijvoorbeeld doen door een klimwand te maken. Belangrijk is om je te realiseren dat dit ervoor zorgt dat de katten zo min mogelijk stress van elkaar ervaren, maar een hele fijne situatie is het niet voor de katten.

 

 

 

 

 

 

 

 

Onderstaand overzicht geeft een indicatie om zelf te bepalen of een kat erbij een goed idee is of niet

De kans is klein dat je eigen kat goed zal gaan met een tweede kat wanneer: 
  • Je eigen kat ouder dan 1.5 jaar is (sociaal volwassen)
  • Het leeftijdsverschil tussen je eigen kat en de nieuwkomer groter dan 2 jaar is
  • Je eigen kat tussen 5-11 weken geadopteerd en verder alleen is opgegroeid
  • Je geen tijd en/of ruimte hebt om de langzame introductie toe te passen
  • De katten niet beide een eigen kamer hebben om zich terug te trekken
De kans is groter dat je eigen kat goed zal gaan met een tweede kat wanneer: 
  • Je eigen kat jonger dan 1.5 jaar is (en dus nog niet sociaal volwassen)
  • Het leeftijdsverschil tussen beide katten kleiner dan 2 jaar is
  • Je eigen kat met 12 weken of later geadopteerd en zolang is opgegroeid met andere kittens
  • Je genoeg tijd en ruimte hebt om de langzame introductie toe te passen
  • De katten allemaal een eigen ruimte hebben om zich terug te trekken.

Heb je iets te vragen of wil je advies?

Neem contact op
Als jij je eigen situatie wil voorleggen aan en wil overleggen met een deskundige, dan maken we daar graag voldoende tijd voor! Je kunt op verschillende manieren contact opnemen. Lees aub dit artikel helemaal voordat je een vraag stelt, niet alle problemen zijn namelijk op te lossen middels een gouden tip. Dit geldt vooral voor vragen over vroeggescheiden (voor 12 wk) katten die samen worden geplaatst. In ons servicegebied kunt u een keuze maken.

[starbox]

Bronnen:
  • Crowell-Davis, S. L., Curtis, T. M., & Knowles, R. J. (2004). Social organization in the cat: a modern understanding. Journal of feline medicine and surgery6(1), 19-28.
  • Bateson, P., Mendl, M., & Feaver, J. (1990). Play in the domestic cat is enhanced by rationing of the mother during lactation. Animal Behaviour40(3), 514-525.
  • West, M. (1974). Social play in the domestic cat. American Zoologist14(1), 427-436.

Kattengedragstherapeut MSc. Denise van Lent studeerde in 2014 af als gedragsbioloog en heeft zich gespecialiseerd in kattengedrag en feline obesitas. De blog, Youtube video's, wetenschappelijk onderzoek, lezingen, artikelen in kattenmagazines en de webshop zijn gericht op het voorkomen van gedragsproblemen bij katten. En op het snappen wat er in het koppie van je kat omgaat. Kattendrag is meestal logisch te verklaren vanuit de biologie en natuurlijke behoeften van de kat!

Comments

Post a Comment

Consecte libero id faucibus nisl tincidu. Magna etiam tempor orci lobor faculs lorem ipsum.

Instagram feed

Inhoud mag niet worden overgenomen zonder toestemming