
Hoe ga je om met vechtende katten en agressie?
Vechtende katten proberen de ander te overmeesteren of op afstand te krijgen door geweld te gebruiken. De wapens die katten hierbij inzetten zijn hun vlijmscherpe klauwen en hun tanden.
Waar kittens elkaars grenzen nog spelenderwijs leren kennen door samen te stoeien of te speelvechten, komt datzelfde gedrag bij volwassen katten niet voor. Omdat katten van die krachtige wapens hebben en elkaar ernstig kunnen verwonden, zijn het van nature ook ‘conflict mijdende’ dieren.
Kattencommunicatie is er dan ook op gericht om op afstand te communiceren met elkaar om ruzie te voorkomen. Ze gaan elkaar uit de weg of vluchten liever dan dat ze iets oplossen.
Dat komt dus omdat een kattengevecht een kat erg duur kan komen te staan; een flinke krabbel kan je zomaar een oog kosten. En een hevige bijt kan weleens zorgen voor een ernstige (dodelijke) ontsteking.
Er moet dus heel wat aan de hand zijn voordat katten met elkaar in gevecht gaan. Ze doen dit alleen in uiterste nood of wanneer er geen tijd is voor een andere reactie. Probleemgedrag bij katten – zoals agressie en vechten – kan ineens of juist stukje bij beetje ontstaan. Het is hoe dan ook erg stressvol, zowel voor jezelf als voor je katten.
Het is niet normaal dat bevriende huiskatten vechten. En katten lossen hun meningsverschillen nooit op met agressiviteit. Katten vechten niets uit. Het geeft enkel een heleboel stress. Daarom is het een probleem dat je het liefst wil voorkomen. En zodra het toch gebeurt wil je zo snel mogelijk ingrijpen voordat de boel escaleert.
Het is niet normaal dat katten vechten, ze lossen hun meningsverschillen nooit op met agressiviteit en vechten niks uit
Vechten of spelen?
Zoals gezegd komt “stoeien of speelvechten” niet voor bij volwassen katten. Volwassen katten hebben – als ze lang genoeg in het nest zijn gebleven – juist tijdens de kittentijd geleerd hoe ze met elkaar spelen op een manier zodat ze elkaar géén pijn doen.
Het stoeien tijdens de kittentijd heeft als doel om elkaars grenzen te leren herkennen en te respecteren. Volwassen katten die als kitten lang genoeg (12 weken) met nestgenootjes zijn opgegroeid, bezitten deze sociale vaardigheden.
Volwassen katten met de juiste sociale basis, die dit hebben meegekregen vanuit het nest, spelen zachtjes en geven elkaar de ruimte. Ze doen elkaar geen pijn en vermijden stress bij de ander tijdens het spelen.
Dus als het spelen van je volwassen katten er nogal ruw aan toe gaat, is de kans groot dat ze toch vechten of even mot hebben. Voor katten is spelen een heel ander soort gedrag dan vechten. Het heeft beide een heel andere functie en ziet er daarom ook heel anders uit qua lichaamstaal.
Spelen geeft katten een goed gevoel en versterkt hun band
Spelen geeft katten een goed gevoel en is een manier om de band onderling te versterken. Spel is niet gericht op schade veroorzaken of de ander weg- of opjagen. Om deze reden zie je tijdens spel dan ook dat de nagels ingetrokken zijn. En ook verdedigende of beschermende lichaamstaal ontbreekt; bij spel zien we juist positieve, vriendelijke lichaamstaal.
En beide katten doen actief mee, want katten vinden spelen leuk! De oren staan meestal naar voren gericht tijdens spel en ook hun lichaam leunt naar voren, niet naar achteren. De staart staat omhoog of staat omhoog en is gekruld.
Spel begint meestal met een uitnodiging van een kat, waar de ander op ingaat. En die gevolgd wordt door het achter elkaar aanrennen. Spel kan ook bestaan uit verstoppen en weer speels (springend) tevoorschijn komen. Of over elkaar heen rollebollen, zonder dat de ander wordt vastgehouden of niet weg mag.
De andere kat krijgt daarbij alle ruimte om zich te bewegen waar hij naartoe wil gaan. Alle bewegingen zijn zacht. Dat wil zeggen; de poten en bek worden nooit gebruikt om schade te veroorzaken. Als er al gemept wordt dan zit daar geen kracht achter. En als er al eens (in een oor) wordt gehapt, dan is dat zachtjes en speels.
Hoe langer je kat als kitten in het nest heeft doorgebracht met zijn nestgenootjes, hoe beter hij geleerd heeft hoe hij gepast moet spelen. En des te beter hij geleerd heeft om de grenzen van de ander te herkennen. En hoe beter hij deze grenzen hij ook zal respecteren. Een kat die minimaal 12 weken in het nest gebleven is, heeft als kitten genoeg sociale vaardigheden om dit te kunnen.
Vechten geeft katten stress en is bedoeld om de ander op afstand te krijgen
Vechten heeft voor katten een heel andere functie dan spelen en ziet er daarom ook heel anders uit. Vechten is bedoeld om de ander op afstand te krijgen of te houden. Vechtende katten zullen elkaar wél schade willen toebrengen. Je kunt daarom zowel verdedigende lichaamstaal als aanvallende lichaamstaal zien.
Het is een fabeltje dat er pas sprake is van vechten of een negatief conflict wanneer de plukken haar in de rondte vliegen en er gegromd, geblazen of gegild wordt.
Aanvallend gedrag
Bij aanvallend gedrag wordt er met kracht gemept met de nagels uit. Er kan geblazen, gegromd of gemiauwd worden op lage toon. Er kan worden gebeten. En ook kan de andere kat opgejaagd of in een hoek worden gedreven. Meestal vindt er bij vechtende katten een hevige worsteling plaats nadat de ander besprongen wordt.
Verdedigende of beschermende lichaamstaal
De verdedigende lichaamstaal is erop gericht om lichaamsdelen te beschermen tegen schade. Daarbij zijn de oren bijvoorbeeld naar achter gericht of ze liggen plat(ter) naar opzij. Dit om de oortjes te beschermen tegen een harde mep of bijt van de ander. De ogen zijn vaak deels of volledig samengeknepen, ook weer om deze te beschermen. De staart houdt de kat laag, tussen zijn poten of dicht tegen het lijf. De kat zijn hele lichaam kan ook lager bij de grond zijn of ze hebben juist een gebogen rug. De snorharen staan volledig gespannen en naar voren.
Een kat kan ook op zijn rug gaan liggen (met zijn klauwtjes uit) om zichzelf te wapenen tegen de aanval van de ander. Andere voorbeelden van beschermend gedrag zijn 1) verstopgedrag en 2) vluchtgedrag.
Bij spel kan een kat zich ook verstoppen, maar dan is het juist de bedoeling dat de andere kat hem vindt. Als de ander in de buurt is, zal verstopper weer speels tevoorschijn komen.
Bij een gevecht wordt de verstopper meestal opgejaagd of in een hoek gedreven en is het niet de bedoeling om gevonden te worden. Wanneer de aanvaller, de verstopper ook nog pijn probeert te doen, weet je zeker dat het niet gaat om spel.
Bij vechtende katten zul je veel stressignalen kunnen herkennen:
- Korte likjes over de bek
- Staren in de ogen van de ander
- Zwiepende staarten
- Dikke staart
- Uitstaande vacht
- Bevriezen
- Spiertrekkingen (rimpelingen) in de vacht
- Opgeheven pootje
- In slowmotion lopen (sluipen)
Is vechten normaal kattengedrag?
Katten zien niet-bevriende, onbekende katten als bedreiging en zullen deze willen verjagen (met agressie). Dat is normaal. Dus als je kat een vreemde buurtkat ziet in de tuin, is het normaal dat hij deze wil verjagen. Komt de kat van je tante eens logeren, dan is het normaal dat je kat hier bang van is en deze zal willen verjagen. Zeker wanneer het gaat om niet-gecastreerde katten zal die drang erg sterk zijn.
Maar vechten is dan weer niet normaal voor samenwonende huiskatten. In principe zouden bevriende huiskatten vrijwel nooit met elkaar moeten vechten. Toch is het niet per se gelijk een groot probleem wanneer dit een keertje gebeurt. Er zijn best wat situaties te bedenken die even wrijving kunnen veroorzaken, zelfs tussen de best bevriende katten.
Bijvoorbeeld wanneer je katten allebei op hetzelfde moment in hetzelfde mandje willen. Dit is een vorm van concurrentie en is makkelijk te voorkomen door te zorgen voor voldoende ligplekjes.
Maar zelfs àls je voldoende ligplekjes hebt, kan het voorkomen dat ze toch allebei in datzelfde mandje willen liggen. En dan zijn ze even tijdelijk niet zo blij met elkaar. Als je normaalgesproken bevriende katten een keertje ruzie hebben en dat een goede reden heeft, is er niks aan de hand.
Een ander verhaal wordt het echter als je katten wekelijks of zelfs nog vaker met elkaar vechten. Dat wijst wel echt op een probleem en wil je liever niet maar gewoon laten begaan.
Zoals gezegd zorgt vechten voor stress. En stress is iets dat stapelt. Aangezien teveel stress zelf ook een oorzaak kan zijn waardoor je katten vechten, wil je voorkomen dat ze ook nog stress opbouwen door het vechten zelf. De kans dat vechten enkel erger wordt met de tijd is daarom ook erg groot.
Ook een gevecht met de buurtkat wil je altijd voorkomen door de grote hoeveelheid stress die dit geeft. Geef je buurtkat dus liever geen eten en laat hem al helemaal niet binnen (in het territorium van je eigen katten). Teveel stress maakt gevoeliger voor ziekte omdat het de afweer vermindert. Daarnaast verhoogt het vechten zelf ook de kans op ziekten die zo’n buurtkat misschien met zich meedraagt.
Waarom vechten katten met elkaar; 6 bekende redenen
1. Katten mogen elkaar niet en hebben geen vriendschappelijke band
Een veelvoorkomende reden voor vechtende katten is een gebrek aan socialisatie. Een kat moet minimaal 12 weken lang met zijn broertjes en zusjes in het nest zijn geweest. Alleen dan heeft hij geleerd om andere katten te herkennen als soortgenootjes. En alleen zo kan hij sociale vaardigheden opdoen die nodig zijn om later goed te kunnen samenleven met een andere kat.
Als je kat is opgegroeid als enige kat, met weinig of geen contact met andere katten, kan hij heftig reageren wanneer hij wordt voorgesteld aan een andere kat. Omdat hij bang is voor het onbekende, hij katachtige sociale vaardigheden mist en hij er slecht tegen kan dat zijn routine en omgeving ineens verandert.
Helaas is dit onomkeerbaar en kun je hier weinig anders aan doen dan accepteren dat je kat eenmaal zo in elkaar steekt en liever alleen – zonder andere kat – leeft.
Ook wanneer je wel twee heel sociale katten hebt, kan een te snelle introductie er alsnog voor zorgen dat er veel angst bestaat voor de andere kat. Angst is een van de belangrijkste oorzaken voor agressie. Om dit te voorkomen kun je gebruik maken van ons stappenplan voor de langzame introductie. Heb je behoefte aan begeleiding tijdens de introductie van je katten kun je altijd contact opnemen. De voorwaarde om je te kunnen helpen, is dan dus wel dat beide katten een goede sociale basis hebben.
2. Agressie als uitlaatklep voor opgebouwde spanning
De reden die we het vaakst in onze gedragspraktijk tegenkomen voor agressie of ruzie, is opgebouwde spanning. Deze spanning moet er dan op een of andere manier uit en de kat gebruikt agressie dan als uitlaatklep. Het ontstaat door een opeenstapeling van teleurstellingen, irritaties en negatieve ervaringen. Uiteindelijk zorgt dit voor een uitbarsting van alle opgebouwde negatieve energie.
Katten kunnen op verschillende manieren spanning opbouwen:
3. Frustratie (iets willen en niet kunnen)
Het is voor katten belangrijk dat zij controle hebben over hun eigen leven en een zekere mate van zelfstandigheid hebben. Het geeft katten stress of frustratie wanneer zij een bepaald doel willen bereiken en hierin belemmert worden. Wanneer een kat iets wil, maar dat niet kan geeft dat een beetje of veel spanning.
4. Concurrentie (door te weinig kattenspullen)
Concurrentie is het wedijveren om hulpbronnen die in een bepaalde behoefte voorzien en die niet meer beschikbaar zijn als een ander dier er gebruik van maakt. Voorbeelden van hulpbronnen zijn bijvoorbeeld voedsel, rustplekken of kattenbakken. Hoe minder bronnen er zijn, hoe belangrijker een bron wordt en hoe groter de kans is dat je katten hierom gaan concurreren (met agressie).
Een overvloed aan kattenspullen in plaats van het minimum voorkomt dat een bepaalde bron heel belangrijk wordt voor alle dieren en zij zich gedwongen voelen om met elkaar te rivaliseren.
5. Omgerichte agressie (zien van andere katten of dieren)
Dit treedt op wanneer een kat angstig of geïrriteerd is door iets van buitenaf maar niet in staat is of niet bereid is om zijn agressie direct op dat iets zelf te richten.
In plaats daarvan gebruikt hij diegene die het meest dichtbij is en waar hij wel makkelijk bij kan. De kat reageert zijn spanning af op diegene die het meest dichtbij is omdat de kat het echte doelwit niet kan bereiken.
Zo kan het dus voorkomen dat je kat buiten vreemde buurtkatten ziet, waar hij erg bang voor is. Maar omdat je kat daar niet bij kan, reageert hij agressief naar zijn maatje die naast hem zit.
6. Onderprikkeling of overprikkeling
Een kat heeft last van onderprikkeling wanneer er te weinig informatie binnenkomt via zijn zintuigen (gehoor, zicht, tast, reuk). We spreken dan van verveling en dit geeft stress. Maar ook een teveel aan informatie via de zintuigen geeft stress. Hier is sprake van als de informatie die binnenkomt via de kat zijn zintuigen niet snel genoeg verwerkt kan worden door de hersenen.
Dit komt vaker en sneller voor bij vroeggescheiden katten of stressgevoelige rassen zoals de Bengaal en de Oosters Korthaar. Deze katten reageren vaak overgevoelig op dingen als geluid en aanrakingen.
Een vroeggescheiden kat kan daarom (even) compleet van de leg zijn door alle geluiden van de vuilniswagen die de containers komt legen. Wanneer jij de kat daarna ook nog aanraakt (aait) kan dat net de druppel zijn waardoor hij volledig overprikkeld raakt en in je arm hangt. Of waardoor hij zijn maatje ineens aanvalt.
Overprikkeling kan dus zorgen voor agressie naar mensen of naar andere katten.
Vechtende katten na een bezoek aan de dierenarts (verlies groepsgeur)
Een aparte reden waardoor agressie kan ontstaan is verlies van de groepsgeur, bijvoorbeeld na een bezoek aan de dierenarts.
Risicofactoren die vaker zorgen voor vechtende katten
Gevoel van onveiligheid (angst)
Agressieve katten zijn meestal angstige katten. En die angst is het probleem wat aandacht moet krijgen om de agressie effectief te behandelen. Waar nogal eens wordt gezegd door kattenbaasjes dat hun aanvallende kat gewoonweg dominant is, is vaak het tegenovergestelde waar. Die hele “dominante” katten zijn vaak angsthazen. Logisch ook dat er iets anders aan de hand is, want dominantie komt niet voor bij katten; zo zit hun sociale structuur niet in elkaar.
Een bange kat voelt zich bedreigd en wil alles en iedereen op afstand hebben. En daar is agressie nu eens een heel effectief middel tegen. Agressie geeft de kat controle over een bedreigende sitatie en hij voelt zich hierdoor sterker en minder kwetsbaar.
De leefomgeving heeft ook invloed, als deze onveilig aanvoelt voor de kat dan heeft deze geen andere keuze dan agressief te reageren om zich weer wat veiliger te voelen.
Pijn en ziekte
Elke plotselinge verandering in het gedrag van je kat kan erop wijzen dat hij ziek is. Een te snel werkende schildklier, artrose en tandproblemen zijn voorbeelden van aandoeningen die erom bekend staan dat ze agressie kunnen veroorzaken.
Daarom is het altijd goed om er zeker van te zijn dat de katten medisch wel helemaal gezond zijn. Blijkt er medisch niets aan de hand, dan zal je verder moeten zoeken om de oorzaak van de agressie te achterhalen, eventueel samen met een kattengedragstherapeut.
Ongecastreerde, ongeholpen katers zijn agressiever
Testosteron is het belangrijkste mannelijke geslachtshormoon en staat bekend als de bepalende factor voor de seksdrift. Testosteron staat ook wel bekend als het agressiehormoon.
Door castratie wordt een katertje permanent onvruchtbaar en wordt er ook geen testosteron meer aangemaakt. Mannetjes met meer testosteron in hun bloed zijn agressiever, daarom zijn ongecastreerde katers sneller geneigd om te vechten.
Agressie van de moederpoes
Moederpoezen zijn een van de felste katten die er bestaan. Zeker tegen katten die geen familie van haar zijn, zal een moederpoes de kittens beschermen met veel agressie.
In de natuur zogen poezen die familie van elkaar zijn en samenleven in dezelfde kattenkolonie, elkaars kittens. Deze verwante poesjes voeden de kittens ook samen op. Maar een vreemde, niet-kolonie kat zal met veel agressie worden verjaagd. Vandaar dat poezen die net een nestje hebben gekregen vaak niet zo lief (lees agressief) zijn tegen andere katten die geen familie van haar zijn.
Hoe haal je vechtende katten uit elkaar
Omdat katten die vechten helemaal in het moment zitten en veel spanning ervaren, is het niet zo slim om ze gelijk op te pakken. De kans is groot dat de agressie dan op jou wordt gericht. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat je vechtende katten het beste uit elkaar haalt door ze af te leiden met object spel (spelen met een voorwerp).
Een kat kan zijn aandacht namelijk niet op allebei tegelijk richten. Door de katten af te leiden met een kattenspeeltje (rollend balletje, speelhengel) kun je het gevecht onderbreken en beide naar een andere plek leiden.
Zorg ervoor dat je de katten afleid maar niet aan het schrikken maakt. Dus klap niet in je handen, maak geen harde geluiden en spuit ze ook niet nat met de plantenspuit. Een schrikreactie zorgt enkel voor nog meer spanning (stress) en verergert de stressvolle situatie in plaats van dat het iets oplost.
Hoelang blijven katten boos op elkaar?
Eigenlijk is boosheid niks meer dan een stressreactie. Boosheid is een biologische reactie op dreigend gevaar. Daarom is de vraag eigenlijk; hoelang heeft een kat last van deze overmatige spanning? Katten blijven ongeveer 24-48 uur lang boos op elkaar. Oftewel, ze hebben 24-48 uur de tijd nodig om weer rustig te worden.
Wat kun je het beste doen als je te maken krijgt met vechtende katten
- Onderbreek het gevecht door ze af te leiden met een kattenspeeltje (rollend balletje of propje, speelhengel) en lok ze bij elkaar weg
- Scheid de katten door ze allebei in een andere ruimte te zetten
- Probeer een agressieve kat niet te kalmeren, maar laat hem met rust en geef hem de ruimte. Als je te dichtbij komt, kan hij zich omdraaien en de agressie op jou richten.
- Geef de katten 24 – 48 uur de tijd om afzonderlijk van elkaar rustig te worden
- Ben je bezig met de introductie van een nieuwe kat? Schakel dan hulp in van een kattengedragstherapeut voor de juiste begeleiding tijdens de introductie.
- Gaat het om katten zonder de juiste sociale basis? Sommige katten kunnen helaas gewoon niet vreedzaam samenleven. Omdat chronische stress en spanning niet gezond is, kan het zorgzamer en liefdevoller zijn om een ander huisje te zoeken voor de nieuwkomer.
- Verzeker je ervan dat de katten gezond zijn door ze te laten onderzoeken bij de dierenarts
- Neem het aantal kattenspullen dat je voor je katten hebt eens onder de loep – heb je een overvloed aan kattenspullen of echt het minimum?
- Verminder concurrentie tussen katten door meerdere voerbakken (of liever nog voerpuzzels), kattenmandjes en kattenbakken door het hele huis neer te zetten
- Bekijk of er voldoende ruimte (2 meter) is tussen alle kattenspullen. Katten eten liever bijvoorbeeld niet graag samen naast elkaar. Geef ze de ruimte.
- Zorg voor meer veilige hoge plekken en schuilplekken
- Een herintroductie bij bevriende katten heeft geen zin, de katten hebben al een bepaalde band opgebouwd en kennen elkaar. Het is belangrijk om uit te vinden wat de oorzaak is voor de gevechten en deze onderliggende oorzaak op te lossen. Alleen dat voorkomt de herhaling van een gevecht.
Je kan zelf een telefonisch consult inplannen in onze agenda op een datum en tijd die voor jou uitkomt. We evalueren eerst het probleem en de mogelijke oorzaken. We stellen je graag gerust als er niet zoveel aan de hand is. En is er wel wat aan de hand, dan bespreken we welke aanpak het beste werkt in jouw specifieke situatie.
Vechten jouw katten weleens? We zijn heel benieuwd hoe je dat oplost, laat het weten in een reactie!